Stephan Wetzels
Denken en Zijn

Allen tegen allen uit onmacht

De ongeregeldheden in Engeland hebben een interessante vraag blootgelegd: wat is het verschil met de opstanden in het midden Oosten? En wat is het verschil als Assad van Syrië zegt met harde repressie de vandalen te onderdrukken en als de Engelse premier dat zegt? Ik zal hier geen analyse geven op deze vraag, maar ik durf te wedden dat u intuïtief allerlei antwoorden kunt bedenken (met daarin woorden als democratie, vrijheid, onschuldige burgers enzovoorts-maar bedenk in hoeverre dat een antwoord is).

Er is op dit moment geen beter boek dat de Engelsen ter hand kunnen nemen als dat van hun eigen filosoof Thomas Hobbes uit 1651. In de 47 hoofdstukken tellende Leviathan spreekt Hobbes respectievelijk over de toestand van de mens, de rol van de staat, de grenzen van christelijke politiek en over verkeerde interpretatie van heilige teksten. Met name de beschouwingen over de eerste twee onderwerpen hebben hem wereldberoemd gemaakt (ondanks het feit dat vooral de theologische uiteenzettingen in zijn dagen de meeste opwinding veroorzaakte).

Wanneer de mens voor zijn zelfbehoud geheel op zichzelf is aangewezen, stelt Hobbes, is er sprake vLeviathanan een natuurtoestand. Angst, wantrouwen en gewelddadigheden hebben de overhand in deze staat. Het leven is hier ‘eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort.’ Gelukkig is er de mogelijkheid om aan deze ellende te ontsnappen, en dat is niet dat iedereen alles maar mag doen waarmee zijn zelfbehoud is gediend (want daarmee wordt het een oorlog van allen tegen allen, wat nooit in iemands voordeel kan zijn), nee, dat is beseffen dat men er verstandig aan doet individuele belangen in handen te geven van het algemeen belang- de soevereine staat waarin alle mensen aan elkaar gelijk zijn. En dat zo zegt Hobbes, is iets wat iedereen kan inzien aangezien het besloten ligt in de rede die iedereen van nature gegeven is (evenals het adagium dat je een ander moet behandelen zoals je zelf behandeld wil worden. Dus geen winkel plunderen, mensen beroven, huizen in de fik steken en iemand klappen geven).

Anno 2011 is een verklaring voor het geweld in Engeland, als ik Hobbes een beetje volg, misschien wel deze: dat ondanks het bestaan van de soevereine staat het leven nog steeds ‘eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort’ is. En dat bij een gebrek aan rede en redelijkheid bepaalde mensen hun toevlucht zoeken tot dat wat ze wel kunnen en waar ze wel onderdeel van kunnen zijn, namelijk vanuit de kracht van de groep een fysiek overwicht uitoefenen. Waardoor voor even het gevoel bestaat ertoe te doen, erbij te horen, recht te hebben zich iets toe te eigenen, het gevoel van macht te hebben enzovoorts. Normale menselijke verlangens die op een gewone manier in een georganiseerde staat blijkbaar voor grote groepen niet is weggelegd. En daarmee is de mens inderdaad weer op zichzelf aangewezen.

Uiteindelijk geloof ik wel dat Hobbes gelijk heeft en dat iedereen die zich schuldig maakt aan wanorde (hoe soms ook begrijpelijk de motivatie die daaraan ten grondslag ligt ook is), zichzelf er geen enkel plezier mee doet. En dat is dan toch stiekem een antwoord op de vraag van de eerste alinea. Dat in een georganiseerde westerse democratische vrije staat massa-geweld altijd ten nadele is van het individu, terwijl dat in een (on)georganiseerde autoritaire dictatoriale onvrije staat ten voordele is van het individu (al kan dat enige tijd duren, en is ‘individu’ een breed begrip). Dat is althans de stelling die ik in een langer betoog wel zou kunnen verdedigen.

Rest voor nu een laatste vraag, die me ook al enige tijd dwarszit en die zeker niet minder relevant is: Wat is er toch in vredesnaam gebeurd met de komkommertijd?

Leave a comment


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.


Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"