Enkele overwegingen bij een zelfmoord en het pesten na aanleiding van de dood van Tim Ribberink
‘De enige ware filosofische vraag is die van de zelfmoord.’
Albert Camus
Met de zelfmoord van Tim Ribberink heeft Nederland een “enorme schokgolf” over zich heen gehad, “die tot ver buiten de landsgrenzen te voelen was”. De media hebben traditioneel uitgepakt, om ongeveer anderhalve dag lang stil te staan bij de dood van een eenzame student geschiedenis. En dat in gang gezet door die ene rouwadvertentie, waarin de laatste woorden van Tim te lezen waren.
Je kunt je afvragen wat ouders bezielt om de intieme laatste woorden van hun zoon naar de openbare onhandelbare werkelijkheid te brengen. Om een weloverwogen signaal af te geven? Ik zal zijdelings betogen dat dat in ieder geval geen enkel duidelijk effect gaat hebben. Bovendien, er zijn meer interessante vragen te stellen.
Uit alle berichten die tot nog toe bekend zijn, blijkt dat niemand die dicht bij hem stond er vanaf wist. “Voor de ouders was de onthulling over de pesterijen een complete verrassing”. Ook de buurvrouw wist van niets. Zijn judoleraar niet, de hogeschool niet, de middelbare school niet, zijn werkgever niet. Niemand had een vermoeden. Sterker nog: de meesten komen met voorbeelden waaruit blijkt dat het ogenschijnlijk goed met hem ging. Ja, een enkeling herinnert zich dat hij voor “homo” werd uitgemaakt. Maar dat lijkt geen reden voor zelfmoord.
Hoe is het nu mogelijk dat iemand die zijn hele leven ‘bespot, getreiterd, gepest en buitengesloten’ werd, door alle denkbare sociale stelsels glipt? Hoe is het mogelijk dat systematisch pestgedrag volstrekt onopgemerkt blijft? En als hij dus zo systematisch gepest werd, waarom heeft hij dat pas kenbaar gemaakt in een afscheidsbrief? Is het klaarblijkelijk makkelijker om jezelf van het leven te beroven en je familie en vrienden in diepe rouw en oneindige verwarring achter te laten, dan om werk te maken van je gevoelens? Hoe kun je sterven in de wetenschap dat niets rechtvaardigs van jouw daad zal komen?
Mensen zullen nu antwoorden dat deze vragen blijk geven van gebrek aan het inzicht dat het subject fundamenteel ontoegankelijk is in zijn diepste emoties en zijn grootste wanhoop. Dat klopt. Maar de zelfmoord hier, laat iedereen louter met vragen achter. Want hoewel het in de media nu steeds gaat over het pestgedrag als oorzaak, kan niemand daar feitelijk iets zinnigs over zeggen, omdat de hoofdpersoon uit de wereld is. Toch wordt de anonieme pestkop overal ter verantwoording geroepen en is er zelfs aangifte gedaan door de ouders. Maar een wezenlijke vraag die daarbij over het hoofd wordt gezien is de vraag of het niet pertinent onmogelijk is om iemand anders buiten de zelfmoordenaar verantwoordelijk te houden voor de zelfmoord. Daarbij, hoe is de aanzet tot de zelfmoord hier überhaupt te herleiden?
Daarnaast heeft de emotionele discussie iets ongemakkelijks, overtrokken hypocriets. Enerzijds omdat pestgedrag op een valse manier een levensgroot onderwerp is geworden, anderzijds omdat jaarlijks gemiddeld 1600 mensen in totale wanhoop zichzelf vermoorden. Zouden hun redenen minder pregnant zijn voor een maatschappelijke discussie? Is hun zelfmoord geen aanklacht tegen de samenleving waard als brevet van maatschappelijk onvermogen?
Die ernst zou een aanhoudende discussie waard zijn, evenals een opgewonden media, maar ik denk niet dat het ook maar enigszins een brevet is van maatschappelijk onvermogen. Evenmin als de dood van Tim Ribberink een brevet is van maatschappelijk onvermogen. Onvermijdelijke pestdeskundigen roepen op tot meer preventie, een andere aanpak, meer aandacht voor het fenomeen. De familie benadrukt in een verklaring dat er nu echt iets moet gebeuren. Uit zingevingsperspectief begrijpelijk, maar de oproep heeft wezenlijk geen zin.
Enerzijds omdat dat wat wordt voorkomen, onkenbaar is, en aan de andere kant omdat we gewoonweg moeten accepteren dat dit een prijs is die we betalen voor een vrije, dynamische samenleving, met een open digitaal riool en ontelbare sociale lagen en interacties. Dat moeten we hier, hoe triest ieder individueel geval ook is, accepteren. Daarmee is vanzelfsprekend niet gezegd, dat we niets moeten doen; maar hoe dan ook, voeren we eenzelfde discussie op een ander moment over een ander geval.
Los van dit alles, doen al deze vragen en opmerkingen niets af aan het persoonlijke leed en de sociale bewogenheid van vele mensen die erbij betrokken zijn of zich laten horen in een willekeurige discussie over deze casus. De ironie is dat een jongen die zijn hele leven eenzaam is geweest, meer dan 1000 mensen op zijn begrafenis ontvangt. Juist die ironie moet naast emotie ernst bij ons losmaken en daarbij een kritische reflectie op onszelf. Want zelfreflectie blijft in alle opzichten altijd het beste medicijn.