Stephan Wetzels
Denken en Zijn

De belangrijkste filosofische artikelen van de 20e eeuw

Wat zijn de belangrijkste filosofische artikelen van de 20e eeuw? In een eerdere bijdrage heb ik stilgestaan bij de belangrijkste filosofische boeken van de 20e eeuw. Daarbij heb ik mij onder andere gebaseerd op een onderzoek van Douglas P. Lackey. In datzelfde onderzoek probeert hij ook de belangrijkste filosofische artikelen in kaart te brengen. Dat blijkt aanmerkelijk ingewikkelder te zijn dan te komen tot een lijst van belangrijkste filosofische boeken. Dat is ook logisch, aangezien artikelen vaak geen zelfstandige verschijningsvorm hebben gehad en meestal werden gepubliceerd in tijdschriften of verzamelwerken, waarmee ze vooral vakgenoten bereikten en niet zo snel het grote publiek.

In deze bijdrage, waarmee ik betreffende artikelen opnieuw onder de aandacht breng en voor een Nederlands publiek, bespreek ik de top 20 waarmee Lackey op de proppen komt. Het onderzoek lezen van Lackey zelf, verdient warme aanbeveling.

Van geen enkel artikel is mij een Nederlandse vertaling direct bekend, behalve misschien van Sartre. De Nederlandse vertaling van L’existentialisme est une humanisme (‘over het existentialisme’ uitgegeven in 1980 bij Bruna) is inderdaad nog antiquarisch te verkrijgen.

Ik heb het jaartal van publicatie toegevoegd en een verwijzing naar een digitale versie van het betreffende artikel. Wat opvalt is dat de iets meer dan 400 Amerikaanse respondenten vaak niet precies de titel van het artikel konden noemen, maar wel ongeveer wisten waar het over ging.

Auteur/NationaliteitOriginele titel en link naar tekstJaar van verschijning
1. W.V.O. Quine
Amerikaan
Two Dogmas of Empiricism1951 
2. Bertrand Russell
Brit
On Denoting1905 
3. Kurt Gödel
Oostenrijker
Über formal unentscheidbare Sätze der Principia Mathematica und verwandter Systeme I(On Formally Undecidable Propositions of Principia Mathematica and Other Systems)1930/1931 
4. Alfred Tarski
Amerikaan /Pool
The Concept of Truth in Formalized Languages1936
5. Wilfrid Sellars
Amerikaan
Empiricism and the Philosophy of Mind 1955/1956
6. Edmund Gettier
Amerikaan
Is Justified True Belief Knowledge?1963
7. Hilary Putnam
Amerikaan
 
The Meaning of Meaning1975
8. Judith Jarvis Thomson
Amerikaan
A Defense of Abortion

Zie ook mijn commentaar op dit artikel:

https://www.stephanwetzels.nl/judith-jarvis-thomsons-a-defense-of-abortion/

1971
9. Saul Kripke
Amerikaan
Naming and Necessity1980
10. George Edward Moore
Brit
A Defense of Common Sense1925
11. Elisabeth Anscombe
Brit
Modern Moral Philosophy1958
John Rawls
Amerikaan
Justice as Fairness1958
13. Thomas Nagel
Amerikaan
What Is It Like to Be a Bat?1974
Jean-Paul Sartre
Fransman
L’existentialisme est un humanisme(Existentialism Is a Humanism)1946
15. John Austin
Brit
A Plea for Excuses1956/1957
W.V.O. Quine
Amerikaan
On What There Is1948
17. John Rawls
Amerikaan
Two Concepts of Rules1955
Donald Davidson
Amerikaan
The Very Idea of a Conceptual Scheme1973/1974
19. George Edward Moore
Brit
A Refutation of Idealism1903
20. Donald Davidson
Amerikaan
Truth and Meaning1967
Herbert Paul Grice
Brit
Logic and Conversation1967/1975
Peter Strawson
Brit
Freedom and Resentment1962

In deze lijst zijn duidelijk de Amerikanen oververtegenwoordigd met 12 publicaties, tegenover zeven publicaties van een Brit, één van een Fransman en ten slotte één van een Oostenrijker (en ook een beetje Amerikaan…). Hoewel de respondenten in het onderzoek de Amerikaanse nationaliteit hadden, valt het niet mee om met artikelen op de proppen te komen van denkers met een andere nationaliteit dan bovenstaande lijst weergeeft.

Intuïtief mis ik Alan Turing (met zijn zeer invloedrijke artikel Computing Machinery and Intelligence) en John Searle (met zijn even briljante antwoord op Turing in Minds, Brains and Programs), die wel genoemd werden in het onderzoek, maar te weinig stemmen kregen. Het is mij dan onduidelijk waarom bijvoorbeeld een artikel als Two Concepts of Rules van Rawls invloedrijker of belangrijker zou zijn dan het artikel van Turing. Dat heeft toch echt waarschijnlijk meer te maken met herkenning en Amerikaans sentiment- en ook wat het eerste te binnen schiet.

Van alle genoemde filosofen moest ik Herbert Paul Grice en Wilfrid Sellars opzoeken, omdat ik er nog nooit van had gehoord. Wat betreft de artikelen ken ik inhoudelijk de strekking van Two Dogmas of Empiricism, Is Justified True Belief Knowledge?, A Defense of Abortion, Justice as Fairness, What Is It Like to Be a Bat?, Existentialism Is a Humanism en Freedom and Resentment. De rest doet soms een belletje rinkelen, maar kan ik inhoudelijk niet goed thuisbrengen.

Het zegt ongetwijfeld iets over interesse en specialisme; logica en de echte harde taalfilosofie heeft me wat dat betreft nooit sterk aangetrokken. Het zal overigens ook aan mijn voorliefde liggen van gedachte-experimenten dat ik genoemde artikelen inhoudelijk ken. De meeste ervan bieden namelijk een intuïtieve test, op grond waarvan een bepaald idee met behoorlijk veel kracht wordt getoetst. Het zijn dan ook die artikelen, zojuist genoemd, die ik van harte kan aanbevelen eens proberen te lezen.

Begin bijvoorbeeld eens met Is Justified True Belief Knowledge?, het kortst geschreven artikel dat de filosofie rijk is met een immense invloed, en probeer je dan af te vragen of je weet wat ‘kennis hebben van een feit’ eigenlijk precies betekent. Of probeer A Defense of Abortion eens te lezen terwijl je in je achterhoofd hebt dat je tegen abortus moet zijn. En als dat niks voor je is, kun je altijd nog proberen voor te stellen hoe het is om een te vleermuis zijn, om dan misschien tot de ontdekking te komen dat dat onmogelijk is om je voor te stellen- of niet?

Lees ook:De belangrijkste filosofische boeken van de 20e eeuw

Leave a comment


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.


P. van den Heuvel

11 jaar ago

Complimenten voor je teksten!
Tijdens het lezen van “Is Justified True Belief Knowledge?” (bedankt voor de link:) kwam bij mij de vraag op naar de vertaling van het woord “knowledge” in dit document.
Het moet hier denk ik vertaald worden met “het weten”, en niet met “het kennen”. Anders zou er bijvoorbeeld moeten staan “S knows P”, ipv “S knows that P”.
Er is bijvoorbeeld verschil tussen iemand die zijn sterfelijkheid “kent” en iemand die “weet” dat hij sterfelijk is.
Ik vroeg met plotseling af of deze nuance in de engelse taal wel bestaat… Immers “S knows P” wordt in het engels immers alleen gebruikt voor “S knows Henk” (persoon) of “S knows to talk”(een handeling die het onderwerp doet). Of vergis ik mij?

Stephan Wetzels

11 jaar ago

Hartelijk dank voor uw reactie. In alles wat we denken te weten (knowing), zal onze kennis (knowlegde) moeten overeenstemmen met dat idee. Als ik zeg: ik weet dat ik zal sterven, dan moet ik bijvoorbeeld kennis hebben van het begrip sterven, m.a.w, ik moet weten waarna dat verwijst (vaak zal ik een begrip uitleggen adhv een synoniem—dood, niet levend etc.) wil ik kunnen spreken van een “weten” van een onvermijdelijk feit (en ik moet dus ook begrijpen dat sterven iets onvermijdelijks inhoudt en dat het dus het geval zal zijn, op grond waarvan ik er van overtuigd ben dat het het geval zal zijn, gerechtvaardigd bijvoorbeeld op grond van een deductie).

Het gaat bij Gettier om een situationeel ‘weten’ (weten als in: kennis hebben van een feit). Gettier betwist met zijn voorbeelden feitelijk de algemene opvattingen omtrent iets dat we “een weten” zouden noemen, het weten van een concreet feit bijvoorbeeld. Stel namelijk dat S gerechtvaardigd (a) overtuigd (b) is dat de propositie “de man met tien munten in zijn zak krijgt de baan” waar is, en waar blijkt (c), dan zouden we normaal gesproken zeggen: S weet dat P (“S weet dat de man die tien munten in zijn zak heeft, de baan krijgt”). Toch kan het zo zijn dat aan de voorwaarden is voldaan (a, b, c) –want de man met tien munten in zijn zak krijgt inderdaad de baan- en we toch niet kunnen zeggen dat S weet dat P. “Toevalligerwijs” had S namelijk zelf tien munten in zijn zak en tegen zijn verwachting in krijgt hij de baan (S dacht dat B de baan kreeg op basis van informatie van de directeur, en hij had B tien munten in zijn zak gestopt).

U zou mij overigens nog wel nader mogen toelichten wat dan daadwerkelijk het verschil is tussen iemand die zijn sterfelijkheid “kent” en iemand die “weet” dat hij sterfelijk is.

Judith Jarvis Thomsons A Defense of Abortion | Stephan Wetzels

11 jaar ago

[…] het onderwerp en blijft het een bron van verwijzing. De tekst neemt niet voor niets op de lijst van De belangrijkste filosofische artikelen van de 20e eeuw een 8e plek […]

Filosofische kruimels X | Stephan Wetzels

10 jaar ago

[…] Zie ook: De belangrijkste filosofische artikelen van de 20e eeuw […]

De belangrijkste filosofen op basis leeftijd | Stephan Wetzels

5 jaar ago

[…] Er is waarschijnlijk niets onzinniger dan het maken van een overzicht van de grootste filosofen. Het internet staat er vol mee. En iedere auteur heeft weer zijn eigen overwegingen bij hoe hij tot de samenstelling is gekomen. Plato, Aristoteles, Descartes en Kant ontbreken vrijwel nooit. Eerder schreef ik zelf al een overzicht van de belangrijkste filosofische boeken van de 20e eeuw en van de belangrijkste filosofische artikelen van de 20e eeuw. […]

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"