De sprookjeswereld van Aboutaleb
Door A.A. Baumgarten
Politiek polemicus
-met permissie overgenomen-
Ahmed Aboutaleb is naar alle waarschijnlijkheid de meest ijdele en overschatte politicus van het land. Het is niet duidelijk of zijn ijdelheid een gevolg is van de collectieve overschatting, of dat de ijdelheid er altijd al was en de manifestatie ervan gerechtvaardigd wordt door de overschatting. Het voordeel van populair zijn is namelijk dat je er een ongebreidelde ijdelheid goed mee kunt camoufleren; je komt er anders gezegd heel eenvoudig mee weg. Alsof populariteit meer recht geeft op ijdel-zijn en het volk het juist charmant vindt en ja, karakteristiek.
Maar groot geworden door keihardwerkende ambtenaren in Rotterdam, groter geworden door een volslagen gebrek aan beter en groots geworden door de ellende van anderen, is Aboutaleb op zichzelf niets bijzonders.
Een kwestie van ‘door toeval van betekenis geworden’. Toegegeven, je moet toevallige omstandigheden wel weten uit te buiten en daarbij een schitterend timing bezitten.
Daarin schuilt de voornaamste kracht van Aboutaleb. Hij steekt zelfs de huilende talenfee Frans Timmermans naar de kroon, en dat is een hele prestatie op zich. Want je kunt er donder op zeggen, dat hij ‘oprecht’ iets ‘heroïsch’ klaar heeft staan als een verloren idioot namens de Islam verderf over de wereld uitstort.
‘Oprotten!’ zegt Aboutaleb dan. ‘Weg met jullie! Dat hoort hier niet!’ Of: ‘’Wij laten ons de mond niet snoeren!’ Of: ‘Kwaad begint met vooroordelen, en dat is heel erg fout!’
Als je dit een middelmatige brugklasser laat uitspreken, merkt niemand het op, maar onze tijden vragen klaarblijkelijk om sprookjeshelden, om een willekeurig succesverhaal van iemand met een allochtone achtergrond. De underdog als held verheft het onbeduidend open deuren intrappen tot een fabelachtige Kunst. Holle retoriek wordt dialectische lyriek. Plat populisme wordt filosofische poëzie. En dan ben je binnen de kortste keren een hoop in donkere tijden, een symbolisch lichtpunt, een verlosser. De verlosser!
Zo ook de verlosser van het failliete koninkrijk PvdA. Het fabelachtige wonder van de rijzende Aboutaleb is minstens zo groot als het feit dat prins Diederik I er nog zit. De ooit zo bewierookte partijleider die noodgedwongen zijn arme ziel verkocht aan rechtse tovenaars, en passant DENK faciliteerde (over angstaanjagende sprookjes gesproken…) en op een historisch zetelverlies afstevent. Hij heeft zich als doel gesteld de laagste peiling als uitgangspunt te nemen en iedere verkiezingszetel die daarbij komt als winst te beschouwen. Met 14 zeteltjes heeft Diederik I het straks dus goed gedaan. Tenzij…….tenzij de grote Aboutaleb uit de kast komt met een toverstaf en de PvdA redt van de definitieve olifant met de grote snuit.
En daar ontstaat wat in de literatuur heet ‘de Aboutaleb-paradox’, ook bekend als ‘het Aboutaleb-risico’. De kans nemen op onsterfelijkheid of de zekerheid van huidig heldendom behouden? Zijn ijdelheid verlangt zo naar onsterfelijkheid, maar daarvoor moet hij het risico nemen dat hij zichzelf voorgoed vernietigt. Net zoals Samsom nu al voorgoed vernietigd is. Het machtige Binnenhof is namelijk geen sprookjeswereld, waar men met holle frasen de wereldpers haalt en onnozele kinderen zoet doet dromen. De geheimzinnige vaagheid omtrent zijn lijsttrekkers-kandidatuur (trots: ‘Diederik Samsom moet zich terugtrekken voor ik mij kandidaat stel’) en het feit dat hij niet onmiddellijk zijn partij helpt nu het werkelijk nodig is (onvervangbaar roepend: ‘Rotterdam heeft mij ook nodig!’), verraden zijn dilemma. De worsteling die zijn ego nu doormaakt, gun je zelfs zo’n groot ego niet.
Wat moet hij nu doen? Een bescheiden advies.
Mensen hebben behoefte aan sprookjesfiguren. Aboutaleb is zo’n sprookjesfiguur, omdat wij dat van hem gemaakt hebben en omdat hij er zelf in is gaan geloven. En nu is hij een sprookjesfiguur dat voor het eerst in zijn leven voor de keuze staat om uit het boek te treden en op eigen kracht in de kwetsbare realiteit te laten zien wat het werkelijk kan.
Het is een existentieel dilemma: zichzelf ten volle tonen of de onvolprezen belofte blijven. Hij moet voor dat laatste kiezen. Want daarmee overwint hij zijn eigen ijdelheid tot najagen van roem en eer. Hij zet eigenhandig de rem op de collectieve overschatting door absolute zelfreflectie. Hij overwint het schitterende dilemma door zijn ijdelheid de baas te worden en voor het eerst op eigen kracht groots te zijn door bewust een sprookjesfiguur te blijven.
De werkelijkheid is niet gebaat bij Aboutaleb, en Aboutaleb niet bij de werkelijkheid. De illusie in stand houden is grootser, moeilijker en uitdagender dan haar na te jagen. Als hij dat beseft, is dat uiteindelijk de grootst mogelijke verdienste voor links-Nederland en zichzelf die hij kan bijdragen. Zij houden hun held, hij behoudt zijn sprookje.