In deze politieke overweging bespreek ik de drie opvallende kwesties die deze verkiezingen hebben opgeleverd: de winst van D66, het verlies van GroenLinks en de zoektocht naar identiteit.
D66. Of wat we toch een pyrrusoverwinning moeten noemen
Nog niet zo heel lang geleden was het de vraag of D66 nog bestaansrecht had en of de partij nog überhaupt tot leven kon worden gewekt. 10 verkiezingsnederlagen op rij, een warrig politiek profiel en de sterke associatie met ‘een op macht beluste politieke partij zonder duidelijke aanhang’ hadden de partij nog net niet over de rand van de afgrond geduwd.
De slimme herprofilering richting een progressief liberalisme op het gebied van Europa en milieu en minder op het gebied van bestuurlijke vernieuwing, in combinatie met aansprekende lijsttrekkers hebben de partij voorlopig weer op de kaart gezet. Met Rob Jetten was het exact zelfde programma veel minder omarmd. En we moeten hierbij niet onderschatten hoezeer ook aansprekende tegenstanders zoals bijvoorbeeld de PVV of FvD kiezers in de handen van D66 drijft. Voor veel mensen is D66 de redelijke Alma Mater die hen beschermt tegen alles wat uit de rechts conservatieve hoek komt en innig wordt verafschuwd.
Wat eveneens belangrijk is om op te merken, is dat zo weinig de toeslagenaffaire kleeft aan de VVD, zo weinig het afschaffen van het referendum en het aan de basis staan van het volledig mislukte leenstelsel kleeft aan ‘de onderwijspartij’ D66. Hoe is dat te verklaren?
Dat is een complexe kwestie. In het geval van de toeslagenaffaire denk ik dat de oplossing gezocht moet worden in het feit dat kiezers een persoon (Rutte) een partij (VVD) in dit geval niets aan rekenen. Rutte symboliseert voor hen niet de oorzaak die verantwoordelijk is geweest voor de affaire. En weliswaar is er veel aandacht geweest voor hoe politieke bureaucratie verziekt kan zijn en de vanuit de samenleving sterk gewenste misbruik-aanpak het goede en kwade niet meer wist te onderscheiden, het betreft desondanks een relatief beperkte groep slachtoffers die samen nog niet 1 zetel verschil zouden maken en bovendien niet per se behoren tot het electorale domein van de liberalen.
Dat ligt bij leenstelsel anders, daar gaat het over een veel grotere groep gedupeerden over een langere periode, waarmee de vijver met jonge hoogopgeleide kiezers waaruit D66 veel stemmen haalt behoorlijk lijkt vervuild. Ook hier moet de oplossing waarschijnlijk worden gezocht in het feit dat men ‘team’ Kaag niet symboliseert met de partij die jarenlang voorstander was van het systeem waarbij iedereen voor zijn studie geld moest lenen. Eveneens is het afschaffen van het referendum snel vergeven, aangezien dit vehikel denk ik voor veel kiezers niet meer tot de kern behoort van waar de partij onder Kaag voor staat. Het seculiere, individualistische, pro-Europese en groene verhaal met veel ruimte voor feminisme, ‘nieuw’ leiderschap en inclusiviteit overschaduwt daarmee voormalig kroonjuwelen en miskleunen. En bovendien telt het frisse van Kaag die daarbij de juiste toon heeft gevonden voor haar achterban, in tegenstelling tot Hoekstra die de juiste toon nooit gevonden heeft, of Klaver die de juiste toon al een poos kwijt is.
Want in het verlengde van dat laatste: het belangrijkste wat we moeten opmerken over deze overwinning van D66 is dat ze primair verklaard moet worden door het verlies op de linkerflank. Dat maakt de uitbundige vreugde over de vier zetels winst bij D66 ook zo bevreemdend om naar te kijken. Natuurlijk geldt dat iedere partij gaat voor de winst, maar ten koste van wat? Netto heeft de progressieve politiek zo’n 5 tot 10 zetels aan bondgenootschap zien verdampen, dus de politieke droom van Kaag dat het allemaal progressiever moet, is gewoon niet passend als je kijkt naar de democratische verhoudingen in de gehele Kamer. Met partijen als de VVD, CDA, PVV, CU, SGP, FvD, JA21 en zelfs de BBB is er in principe een duidelijk overhelling naar behoudender rechts te bespeuren die op verschillende vlakken voor hun kiezers de rem zouden moeten hanteren waar D66 in een versnelling wil.
Ik ben er stellig van overtuigd dat wanneer de nieuwe coalitie op het vlak van milieumaatregelen, ethiek en nationale en lokale identiteit geen rem zet op allerlei progressieve wensen, de conservatieve en rechts-liberale partijen alleen maar verder zullen groeien komende verkiezingen of dat de polarisatie en versnippering zal toenemen. Het spanningsveld zal dus in de coalitie vooral liggen bij D66 die zich aan haar achterban groot zal moeten houden op progressief vlak, terwijl daar verre van een ideologische Kamermeerderheid voor bestaat.
Het logische verlies van GroenLinks: de tanende aantrekkingskracht van het merk Jesse
In een interview met De Gelderlander stelt de nummer 10 op de kieslijst van GroenLinks Lisa Westerveld die ik graag volg, niet te weten wat er precies is fout gegaan en dat over te laten aan de analyse van deskundigen. Ik geloof dat ze de beste deskundige is die hier een hele scherpe en juiste analyse zou kunnen maken over dit verlies.
GroenLinks is namelijk het momentum kwijt, dat is bij Kaag komen te liggen. Het gaat namelijk niet alleen om de inhoud, maar ook om het gevoel wat mensen bij een partij hebben. Dat momentum was er vier jaar geleden toen Klaver als verfrissende verschijning het linkse politieke landschap opschudde en veel kiezers het gevoel gaf onderdeel te kunnen worden van een nieuwe beweging. Naast de vaste groep kiezers die ongeacht de omstandigheden altijd GroenLinks zouden stemmen, bracht dat een boel zwevende gelukzoekers op links in vervoering. Ik merkte dat destijds onder andere onder jonge vrouwen die zich specifiek tot Klaver -en niet GroenLinks- voelden aangetrokken, maar afgelopen weken hoorde ik dat geluid van vier jaar geleden helemaal niet meer terug. De glans is van Klaver afgespoeld en hij heeft enorm veel moeite gehad om zijn oprechtheid voldoende voor het voetlicht te brengen denk ik. Het frisse geluid klonk na verloop van tijd te gemaakt, te voorbereid, te gescript.
In Baudet heeft hij bovendien zijn verkeerde tegenstander gekozen (dergelijke confrontaties zijn miljoenen keren bekeken en staan in schril contrast met alle relevante beleidsmatige inbreng van GroenLinks, waar niets van gedijt bij de gevoelskiezer). Het leverde volgens mij vooral antireclame op evenals de mijns inziens geforceerde hoop op linkse samenwerking met een poster die ook al geen blijk gaf van het merk Jesse, zoals de VVD het merk Mark wel perfect heeft gespeeld.
Concluderend moeten we het verlies van GroenLinks voor een belangrijk deel zoeken in het feit dat Klaver zijn hand heeft overspeeld door niet het momentum te pakken van meeregeren in Rutte III om zich daar samen met D66 te profileren of het groene geweten te vormen van het kabinet. De esthetische inwisselbaarheid is bovendien groot: VOLT heeft nu weer dat momentum dat veel kiezers zo onweerstaanbaar aantrekkelijk vinden. En bovendien zijn inmiddels niet alleen een heleboel groene en linkse thema’s gekaapt door Kaag, ook zij heeft zijn momentum gekaapt en het ligt voor de hand dat zij dit wel zal verzilveren. GroenLinks zal komende jaren veroordeeld zijn tot de schare vaste kiezers, net als de SP die het momentum met Marijnissen nooit meer gaan pakken. En gelet op het huidige maatschappelijke sentiment waar er bij een aanzienlijk deel van de bevolking een progressieve moeheid kan worden opgemerkt, verwacht ik ook niet snel een nieuwe vijver waarin GroenLinks onder leiding van Klaver in kan gaan vissen.
Identiteit en pas op de plaats
Want wat tenslotte niet onvermeld moet blijven is het feit dat het versnipperde naar rechts hellende politieke landschap, vooral sterk draait om identiteit. Grote thema’s als het verduurzaming, migratie en de positie van Nederland in Europees verband, raken rechtstreeks aan de persoonlijke identiteit van mensen. En meer dan ooit in onze mediacratie en post-digitale maatschappij belichamen politici een bepaalde identiteit waarmee je het gevoel moet hebben dat het klikt.
Je kunt bijvoorbeeld 100 keer wijzen op het feit dat iemand als Baudet inhoudelijk niets heeft gepresteerd in de Tweede Kamer of veel gekke onzin uitkraamt, maar als Baudet gewiekst de wetten van de sociale media volgend daartegenover zet dat mensen snakken naar vrijheid, lokale herkenbaarheid, het behouden van eeuwen oude tradities en een Europa wat zich niet moet bemoeien met ons strafrecht, dan is de kiezer aan de rand van de conservatieve flank bereid om heel veel door de vingers te zien. Wilders leunt hier feitelijk al zijn hele politieke leven op en ik stel vast dat de opkomst van JA21 en de BBB in hetzelfde kielzog zitten. Aan de andere kant zien we partijen als VOLT en Bij1 als ‘het nieuwe progressief’, die net als ooit de Partij voor de Dieren een mislukte deeltaak van de gevestigde politiek overnemen. Aan de rand van het politiek linkse spectrum profileren zij zich met een hippe one-issue strategie (Europa, inclusiviteit) waar altijd (jonge) kiezers voor te vinden zijn die zich dolgraag met ‘de nieuwe politiek’ of ‘politiek van de 21e eeuw’ willen identificeren.
Het aanstaande kabinet, en hoogstwaarschijnlijk in het bijzonder D66, doet er verstandig aan op te merken dat er een rechts en conservatief sentiment bij veel kiezers leeft. Daar moet je iets mee doen. Hard roepen dat het groener, duurzamer, mondialer en progressiever moet, miskent het verlangen naar lokale en nationale identiteit, de migratiemoeheid en de voor mensen niet weg te moffelen nadelen van de vergroeningsagenda (landschapsvervuiling, gebrek aan efficiëntie en kostenbeheersing, het kapen van groene stroom door multinationals etc.)
De ware kunst van de politiek is om een juiste balans te vinden waarbij die thema’s een plek krijgen in het beleid, maar tevens kiezers het gevoel krijgen dat, ook al neemt hun partij niet deel aan het kabinet, ze toch gehoord worden in hun verlangens.