Aan ieder begin van het studiejaar puilen de collegebanken weer uit met psychologiestudenten, die allemaal iets hopen te ontdekken over zichzelf en de ander. Professor Eric Rassin helpt daarbij een handje met een kritisch boek over de persoonlijkheid en trapt zowel gesloten als open deuren in.
Evenals de collegebanken uitpuilen van eerstejaars psychologie, zo puilen de boekwinkels uit met populair wetenschappelijke werkjes over het vakgebied. Er is duidelijk een gretige markt beschikbaar. Voor de moderne mens is de psychologie de nieuwe verlichting. Hoewel de titel Niemand is uniek, behalve ik doet vermoeden dat we ook hier te maken hebben met een toegankelijk, vlot geschreven sociaal wetenschappelijk werk, graaft Rassin net iets dieper, veronderstelt hij enige voorkennis van statistische begrippen en schuwt hij het vakjargon niet.
Persoonlijkheid als wetenschap
De drang naar inzicht in onze persoonlijkheid kent inmiddels talloze wetenschappelijke, esoterische en commerciële vertakkingen, waar niet zelden onredelijk veel gewicht aan wordt toegekend. In zeven behapbare hoofdstukken neemt Rassin ons mee in de wereld van het persoonlijkheidsonderzoek en beschrijft hij wat er afgelopen decennia zoal aan ontwikkeling is geweest.
Ondanks alle vooruitgang die er is geboekt, blijft de immateriële persoonlijkheid een moeilijk grijpbaar begrip, waarbij vragen rondom nature en nurture, meervoudige persoonlijkheidsstoornissen en de relatie tussen brein, gedachten en gedrag nog steeds actueel is en tot uiteenlopende opvattingen leidt.
Rorschach
De Oostenrijkse wetenschapsfilosoof Karl Popper waarschuwde een halve eeuw geleden al voor interpretatievlugge diagnostici die zo hun eigen hypothesen in stand konden houden. Rassin borduurt daarop voort en schrijft eigenlijk een lange wetenschapskritiek op de psychologie.
Illustratief hiervoor is de schets die hij geeft over de bekende Rorschach-vlekkentest. Deelnemers zien een vlek en wordt gevraagd wat ze precies waarnemen. Aan de hand van deze waarneming komt de psycholoog dan vervolgens met een persoonlijkheidstypering. De test blijkt echter zowel wat betreft betrouwbaarheid als wat betreft validiteit uiterst dubieus te zijn, maar wordt desondanks ook in Nederland nog steeds gehanteerd, onder meer binnen de forensische psychologie.
Prikkelende onderzoeken
Dat astrologie een bedroevende betrouwbaarheid heeft, of dat de psychologische test van datingsite Parship niet al te serieus moet worden genomen, zal een pientere leek ook nog wel begrijpen. Als wetenschappers echter zelf met ondeugdelijke tests werken, wat is dan nog wel een betrouwbare manier om iets over de persoonlijkheid te weten te komen?
De kracht van het boek zit in twee dingen. Op de eerste plaats vat Rassin onvermoeibaar een grote hoeveelheid aan psychologische onderzoeken samen voor de lezer. Het is leuk om mee te denken met alle wetenschappers die door middel van allerlei experimenten iets van de persoonlijkheid proberen bloot te leggen. Sommige onderzoeken zijn zo eenvoudig in hun opzet dat ze prikkelen om zelf uit te gaan voeren.
Op de tweede plaats biedt Rassin een kritisch kader om psychologisch onderzoek te nuanceren en ingesleten opvattingen over de persoonlijkheid te betwijfelen. Want dat is uiteindelijk wel het doel van het boek: daar waar psychologie gebruikt wordt om wetten te ontdekken die ons gedrag voorspellen, onze geschiktheid voor een beroep uit te wijzen of om het karakter van onze droomvrouw te onthullen, moeten we kritisch zijn.
Aloud adagium
Het mag duidelijk zijn dat persoonlijkheid geen statisch begrip is. Onder invloed van onze genen en onze omgeving blijven we ons permanent ontwikkelen en worden we op een bepaalde manier herkend, zonder dat deze herkenning een definitief oordeel over ons is. Dat de psychologie de behoefte heeft om toch de essentie van een mens bloot te leggen zegt wellicht evenveel over onszelf als over de psychologie. Het aloude adagium ‘blijf jezelf, er zijn al zoveel anderen’, wordt met dit boek terecht weer afgestoft.