–Indrukken bij de eerste druk–
Søren Kierkegaards Frygt og Bæven uit 1843 in de hand
Sinds enige tijd ben ik in het bezit van een eerste druk van Kierkegaards Frygt og Bæven (Vrees en Beven). In deze korte studie bespreek ik dit exemplaar en vergelijk ik het voorblad met de tweede druk van Frygt og Bæven uit 1857. Ik begin echter met enkele overwegingen bij het verschijnsel “eerste druk”.
Het verschijnsel “eerste druk”
Voor wie niet het gevoel heeft bij een eerste druk, of wat het betekent een eerste druk van een (zeldzaam) boek te bezitten, is het een vreemd idee dat de waarde van een dergelijk specifiek exemplaar in de duizenden euro’s kan lopen. Ter illustratie, een tweede druk van waarschijnlijk het meest besproken werk van Kierkegaard (Enten/Eller) uit 1849, is in 2007 geveild voor ongeveer € 23.000. Het was in dat geval de handgeschreven opdracht aan Hans Christian Andersen in het boek dat het zo kostbaar maakte.
Maar zelfs deze € 23.000 is nog niets vergeleken bij de € 134.000 die in 2003 werd betaald voor een eerste druk van hetzelfde werk. In dit geval werd de waarde voornamelijk bepaald doordat het hier om het exemplaar ging dat Kierkegaard had opgedragen aan zijn toen inmiddels ex-verloofde Regine Olsen. Daarmee is het waarschijnlijk ook in het gehele oeuvre het meest waardevolle en unieke exemplaar te noemen.
Eerste edities van Of/Of zijn tegenwoordig moeilijk te vinden (link 24/4/12 beschikbaar). Exemplaren die beschikbaar zijn, zijn voornamelijk te vinden bij de Deense antiquairs. Overige exemplaren zijn in handen van verzamelaars, bibliotheken en musea. De paar exemplaren in redelijke tot goede staat worden ongeveer vanaf € 2000 aangeboden. Dat betekent dus dat een door Kierkegaard toegevoegde handgeschreven tekst in een exemplaar, het boek voor de liefhebber tussen de € 20.000 en € 130.000 waardevoller maakt.
De waarde van een eerste druk hangt dus samen met een idee. Een eerste druk op zichzelf is niets waard. Een eerste druk ziet niet anders uit dan een tweede druk. De inhoud is exact hetzelfde, evenals de kostprijs van de binding en het papier. Zoals ik straks ook zal laten zien zijn de verschillen tussen de tweede druk en de eerste druk van Frygt og Bæven miniem. Het is de schoonheid van het idee waarvoor men bereid is te betalen.
De waarde van een idee
Anders dan bij een visueel kunstwerk zoals een schilderij, wordt iemand niet direct getroffen door de schoonheid van het boek. Het betreft ook geen handgeschreven werk, zoals een schilderij als uniek exemplaar hand-vervaardigd is door de artiest. Het begrijpen van de waarde van een schilderij is daarom eenvoudiger, dan de waarde van een boek, omdat het schilderij een directe indruk nalaat en een boek slechts een indirecte. Uiteraard is daarmee een schilderij per definitie een uniek exemplaar, maar dat kan een boek ook zijn zoals we hebben gezien. Daar komt nog eens bij dat in dit specifieke geval de inhoud van het werk van Kierkegaard vrijwel onleesbaar is, tenzij men het Deens en het gotische schrift machtig is. De waarde in samenhang met de idee komt daarmee des te meer voor het voetlicht. Een andere gedachte valt overigens ook niet te onderdrukken: het namaken van een eerste druk lijkt mij relatief eenvoudig. Wie kan onderscheiden of hij een vervalsing in handen heeft of een origineel exemplaar?
De waarde van een eerste druk hangt dus samen met de idee. En om die idee te bezitten, moet je bereid zijn er financieel iets tegenover te stellen. Zo is de idee een boek in het bezit te hebben dat door Kierkegaard zelf is vastgehouden en is gesigneerd met een opdracht, zo waardevol, dat iemand bereid kan zijn daartoe tienduizenden euro’s tegenover te stellen.
De idee wordt echter door meerdere dingen bepaald; de oplage van het werk, de fysieke staat, de invloed van het werk en de historie die er mee samenhangt.
Het lijkt voor de hand te liggen dat de oplage een belangrijke rol speelt. De meeste boeken die Kierkegaard uitgaf, hadden een standaard oplage van 525 exemplaren (zie noot aan het eind). Van het proefschrift van Kierkegaard (Om begrebet ironi med stadigt hensyn til socrates) is de oplage onbekend. Zover ik het heb kunnen overzien is een originele uitgave inclusief een vel met de Latijnse stellingen niet op de particuliere markt verkrijgbaar, maar enkel de commerciële editie bedoeld voor de verkoop zonder de Latijnse stellingen. Vermoed wordt echter dat deze commerciële uitgave ook 525 exemplaren groot was. Slechts ‘Begrebet Angest’ (Het begrip angst) verscheen in de aanmerkelijk kleinere oplage van 250 exemplaren, mij onbekend op dit moment wat daar de beweegreden van was. Dit werk staat dan ook als zeer zeldzaam bekend, en is nauwelijks beschikbaar voor de particuliere markt (zie hier een aangeboden exemplaar -link 23/4/12 beschikbaar-). Deze exemplaren, vaak niet in bijster goede staat, gaan bijna allemaal voor meer dan € 2500 van de hand.
Het is sowieso moeilijk om een originele uitgave te vinden in goede staat. Met origineel bedoel ik de uitgave zoals hij de drukker verliet. Frygt og Bæven was bij eerste druk een eenvoudige paperback met donkerblauwe kaft. Deze kaft werd echter vaak vervangen als het boek opnieuw werd gebonden, bijvoorbeeld in kalfsleer. Dit gebeurde als men er het geld voor had om het boek stevigheid mee te geven en iets meer cachet. Dus, een editie met paperback blauwe kaft komt dichter bij de oorspronkelijke uitgave dan een leren hergebonden exemplaar, en is daardoor ook zeldzamer.
Natuurlijk wordt de idee bij een boek versterkt door de invloed ervan. Kierkegaard heeft bij leven geen herdruk meer meegemaakt van Frygt og Bæven. Deze verscheen pas in 1857 toen hij reeds twee jaar was gestorven. De beroemde dagboekaantekening van Kierkegaard waarin hij stelt dat alleen al Frygt og Bæven wanneer hij dood is voldoende is om onsterfelijk te worden als schrijver, is opmerkelijk, daar hij slechts 321 exemplaren verkocht zag gedurende zijn leven. “Men zal het blijven lezen en het zal vertaald worden in andere talen”, zo lezen we de woorden van Kierkegaard in de Nederlandse editie van 2006.
Ik denk dat van de door Kierkegaard gepubliceerde werken onder pseudoniem Frygt og Bæven na Of/Of het meest besproken en invloedrijke boek is (al zouden zowel het ‘Afsluitend onwetenschappelijke naschrift’ als ‘Het begrip angst’ ook voor die titel in aanmerking kunnen komen). Het is overigens gissen of Kierkegaard zelf de oplage heeft gezien of het merendeel van de boeken in handen heeft gehad, aangezien hij als pseudoniem een indirecte relatie onderhield met de uitgever en de belangrijkste onderhandelingen en taken overliet aan zijn goede vriend Jens Finsen Giødwad, die overigens ook veel van zijn manuscripten las, waaronder dat van Vrees en Beven.
Mijn idee bij Frygt og Bæven
Voor wie er dus geen idee van heeft, kan er ook geen idee bij hebben. Wat dan voorligt, is een centimeter dik gebonden hoopje oud papier, met daarin onleesbare inhoud. Ik zal hier schrijven voor de liefhebber als de liefhebber.
Het exemplaar wat ik zal bespreken, staat naar mijn opvatting zo dicht als mogelijk bij het origineel-een van mijn eigen voorwaarden bij aanschaf. De uitgave is in zeer goede staat en heeft de originele donkerblauwe buitenkaft. Deze uitgave met de blauwe kaft is bij mijn weten nergens te verkrijgen, en zeldzaam omdat de meeste boeken tijdens de nieuwe binding deze originele kaft verloren. In de edities die nog te koop zijn, zou overigens de blauwe kaft nog wel degelijk aanwezig kunnen zijn. Hier is hij duidelijk afgescheurd.
De eerste editie bestaat uit een totaal 8 voorpagina’s en 135 pagina’s inhoud.
De kopie die 16 oktober 1843 het licht zag is in het bezit geweest van de Deense familie Hartmann en is overgenomen uit de nalatenschap van de auteur en uitgever Godfred Hartmann (Kopenhagen, 24/7/1913- 7/2/2001), familie –ik meen achterkleinzoon- van de beroemde componist Johan Peter Emilius Hartmann (Kopenhagen, 14/5/ 1805 – 10/3/ 1900). De bescheiden kans is aanwezig dat Godfred het exemplaar via via heeft gekregen van Johan Peter Emilius, aangezien het werk met potlood is gesigneerd door ‘J.P. Hartmann’ (hoogstwaarschijnlijk zijn vader). Begin 20e eeuw is het boek hergebonden door de Deense boekbinder Anker Kyster, om in 2012 vanuit Kopenhagen naar Nijmegen te worden verscheept. Ik vermoed dat deze boekbinder ook het label op de rug heeft toegevoegd waarop staat te lezen ‘Frygt og Bæven’ Het is vrijwel onmogelijk te achterhalen of het hier om een exemplaar gaat dat in eerste instantie is verkocht, of dat het een van de 204 exemplaren betreft die later op de een of andere manier van de hand zijn gegaan. Ik acht dat laatste iets waarschijnlijker, gelet op de conditie van het exemplaar, dat nog de oorspronkelijke ongesneden staat verraad, die later ietwat onzorgvuldig is gesneden.
Een vergelijking tussen de eerste en de tweede druk
Deze foto’s zijn van de betreffende exemplaren, door mij gemaakt:
Foto Vrees en beven 1e en 2e druk voorblad
Foto Vrees en beven 1e en 2e druk eerste pagina
In tegenstelling tot de tweede editie valt bij het voorblad op dat de gotische letters iets sierlijker zijn vormgegeven. De eerste streep is nagenoeg gelijk, terwijl de tweede streep die we bij de tweede editie zien (waaronder vanzelfsprekend te lezen valt ‘Anden Udgave’) bij de eerste uitgave ontbreekt. Daarentegen is de dikke streep van de eerste editie vervangen met een kleinere streep bij de tweede editie. In beide gevallen is het opmerkelijk dat het jaartal wordt afgesloten met een punt.
Onder de laatste streep lezen we bij de eerste editie:
Kjøbenhavn.
Faaes hos C.A. Reitzel.
Trykt i Bianco Lunos Bogtrykkeri.
1843.
(Kopenhagen.
Beschikbaar (Fås ) bij C.A. Reitzel.
Gedrukt in de Bianco Lunos Boekdrukkerij.
1843.)
Terwijl de tweede editie eindigt met:
Kjøbenhavn.
Forlagt af C.A. Reitzels Bo og Arvinger.
Bianco Lunos Bogtrykkeri ved F.S. Muhle.
1857.
(Kopenhagen.
Uitgegeven door C.A. Reitzel Bo* (?) en erfgenamen.
Bianco Lunos Boekdrukkerij door F.S. Muhle.
1857.)
(*Noot: op 4/1/’15, was hoogleraar Scandinavische taal- en letterkunde, prof. dr. Henk van der Liet zo vriendelijk mij te wijzen op het volgende: “De toevoeging “Bo” is hier de afkorting van het woord “Dødsbo”, dat in het Nederlands vertaald “nalatenschap” betekent. Daarmee wordt de aanduiding ook logisch, omdat er eveneens gewag wordt gemaakt van erfgenamen. Immers, Carl Andreas Reitzel was in 1853 overleden. De boekhandel van Reitzel bestaat overigens sinds een aantal jaren (helaas) niet meer, de naam is nog wel in gebruik, maar heeft zeer zeker niet meer de glans van weleer.”
Ander opvallend kenmerk is dat de pagina indeling gewijzigd is ten opzichte van de eerste editie. De tweede uitgave bevat in plaats van de 135 pagina’s (21 cm lengte) 127 pagina’s, terwijl juist het geheel iets handzamer oogt (20 cm lengte).
Overduidelijk een editie om nooit van de hand te doen, om als Kunst te waarderen en om ‘in de familie te laten’. Het is eigenlijk jammer dat de familie Hartmann niet in staat is geweest het boek binnen de familie te houden, gezien het daar een aardige historie heeft gehad en van de bron zelf is afgekomen, wat het mijns inziens in persoonlijke zin een waardevol exemplaar maakt. Maar zoals het gaat met alle dingen van mensen die sterven, ze komen in handen van mensen die de idee missen en slechts een betekenisloos object zien. Het is een nachtmerriescenario te bedenken dat dit boek ooit in handen komt van een onverlaat, die de nettowaarde van de kaft en het papier alles bij elkaar nog geen 10 eurocent toedicht en het werk of bij het oud-papier legt, dan wel met een stapel andere boeken aflevert bij De Slegte. Laat dit verhaal bijdragen aan het behoud van een lange geschiedenis, al is het boek voorlopig nog niet van mij af.
Noot:
Kierkegaard heeft bij leven alleen Of/Of uitverkocht zien raken. Alle publicaties die bij leven daarna verschenen bij de drukker Carl Andreas Reitzel raakten (naar mijn weten) niet uitverkocht. Een overzicht van enkele werken geeft een indruk over de oplage en verkochte aantallen:
Uitgave van: | Gedrukt | Verkocht | Restant |
Of/of | 525 | 525 | 0 |
Vrees en beven | 525 | 321 | 204 |
Herhaling | 525 | 272 | 253 |
Filosofische kruimels | 525 | 229 | 296 |
Het begrip angst | 250 | 165 | 85 |
Stadia op de levensweg | 525 | 245 | 280 |
Afsluitend onwetenschappelijk naschrift | 500 | 119 | 381 |
Een literaire recensie | 525 | 131 | 394 |
(Bron: Garff, J. (2004). Sören Kierkegaard.- Vertaling van mijn hand)
In principe had Kierkegaard weinig moeite met het niet uitverkocht raken van zijn boeken. Sterker nog, zijn bezwaren tegen de tweede druk van Of/Of waren groot, omdat hij een strakke consistentie wilde handhaven ten aanzien van het verschijnen van de pseudonieme en niet-pseudonieme werken. Met een herdruk zou het schrijven wel eens louter als “esthetisch” kunnen worden begrepen. Het boek dat op 20 februari 1843 was verschenen was in 1846 uitverkocht en zowel Reitzel als een andere drukker (P.G. Philipsen) waren geïnteresseerd in een herdruk. Het kwam er in 1849 alsnog van (met een oplage van 750 stuks), omdat Kierkegaard de rode lijn had weten vlot te trekken met verschillende (voorbereide) publicaties, waaronder het belangrijke “Het gezichtspunt voor mijn werkzaamheid als schrijver”, “Over mijn werk als een schrijver” en “Gewapende neutraliteit”.
De reden overigens waarom dit boek als enige hoogstwaarschijnlijk uitverkocht is geraakt, hangt samen met de mystiek omtrent het boek. Het mysterieuze pseudoniem (Victor Eremita) en de al even mysterieuze inhoud en verborgen boodschappen van het boek, maakte dat de Kopenhagers, gretig benieuwd waren geraakt naar wat er allemaal achter zat. Toen gaandeweg duidelijk werd dat Kierkegaard de auteur was van de boeken, was het mysterie ontrafeld, en liep de interesse voor zijn boeken (zowel pseudoniem als onder eigen naam gepubliceerd) terug.
Eerste editie (te koop)
Eerste editie II (te koop)