Deze recensie is geschreven voor 8Weekly en daar als eerste verschenen. Benieuwd naar hoeveel sterren dit boek krijgt? Neem dan nu een kijkje op de site aldaar! In Zeven grondleggers van de onderwijskunde wordt precies uiteengezet wat de titel belooft, namelijk het leven en denken van zeven grondleggers van de onderwijskunde. Het merendeel van de ideeën die we aantreffen in het boek is volstrekt achterhaald, maar dat is een goed teken. Het geeft immers aan hoe snel de onderwijswetenschap zich ontwikkelt.
Als je niets met onderwijskunde hebt, is het logisch dat je nog nooit gehoord hebt van de grondleggers van deze wetenschap. De kans is echter aanzienlijk dat dit ook het geval is wanneer je wie wel iets met onderwijs van doen hebt. Dit boek probeert daar verandering in te brengen en ons mee te voeren in het denken en leven van onder andere Berend Brugsma, Philip Idenburg en Frans Prins. Dat is geen gemakkelijke opgave, want de kost die het probeert over te brengen is van enorme droogte. Wat ook niet helpt is dat de onderwijskunde bepaald niet zo spannend is als de psychologie, of zo concreet verweven in de dagelijkse praktijk als de pedagogiek. Het ogenschijnlijk gebrekkige succes van die onderwijskunde, waar bij menigeen het idee bestaat dat ze met theoretische noviteiten vooral de praktische docent in de weg zit, schoolbobo’s het hoofd op hol jaagt, de succesvolle mavo en MTS de nek om heeft gedraaid en bureaucratie niet bepaald schroomt, maakt dat de wetenschap nog een lange tijd nodig heeft zich te bewijzen als echte meerwaarde. Iets wat in het boek zelf ook erkend wordt.