In het Algemeen Dagblad van 26 september schrijft Marieke Dubbelman een column waarin ze zich beklaagt over de ontwikkelingen in de wijk Kanaleneiland in Utrecht (zie onder deze tekst). Op basis van een bouwbord zou de gemeente Utrecht zich schuldig maken aan ‘racistisch woningbeleid’.
De column getuigt van een dusdanige naïviteit, dat het haast bedoeld lijkt als provocatie. In dat geval laat ik mij uitlokken, maar ik heb het stoute vermoeden dat Dubbelman –die zichzelf een Vinexvrouwtje noemt en prinsheerlijk in Leidsche Rijn vertoeft- hier een serieuze noot meent te kraken.
Ze spreekt allereerst van een levendige wijk met “ja soms ook problemen”. Die “ja soms ook problemen” betreffen dan waarschijnlijk af en toe een auto die de fik in gaat, onevenredig hoge woninginbraken, autodiefstallen, drugshandel en kentekenfraude. Jongerenoverlast en de ontiegelijke hoeveelheid zwerfvuil laten we dan maar even voor wat het is.
En met levendig doelt ze misschien op de populatie in de wijk die voor 80% uit allochtonen bestaat, waarvan het merendeel de Nederlandse taal nauwelijks fatsoenlijk machtig is. Of wellicht het feit dat velen niet weten te ontsnappen uit hun benauwde sociaal-economische positie en de hele dag op straat rondhangen voor de AH. Of misschien zit de levendigheid er wel in dat er de godganse dag allerlei dure wagens door de straat racen zonder zich ook maar in de minste zin te bekommeren om verkeersregels.
Dat de gemeente Utrecht na jarenlang aanrommelen met deze wijk eindelijk de flagrante homogene segregatie die Kanaleneiland kenmerkt aanpakt met een stedenbouwkundige vernieuwing, is niet meer dan een bittere noodzaak. Die had feitelijk 10 jaar eerder al moeten worden ingezet. De overbrugging naar deze vernieuwing is dankzij het huisvesten in afgeschreven panden van studenten, kunstenaars en creatieve jonge ondernemers nog acceptabel geweest. Als er al leven in de wijk is gebracht, dan komt het door het Eiland 8 project.
Nu echter alle ondernemers, creatievelingen en studenten plaats hebben moeten maken voor ‘Your Urban Space’ en de grootschalige aanpak van de totaal verpauperde flats en gedateerde jaren 60 laagbouw, moet er serieus worden doorgepakt om een vergelijkbare groep jonge middelbaar en hoger opgeleiden mensen aan te trekken in een wijk die wat betreft woongenot tot het laagste van heel Utrecht e.o. behoort.
In dat opzicht is het niet vreemd dat ‘hip’ particulier initiatief wordt toegejuicht waarbij er energieneutraal wordt gepionierd en waarbij men zich richt op ‘knappe blanke jonge mensen’ om de wijk te versterken waar Dubbelman aanstoot aan neemt. Het is natuurlijk deels gladde marketing, maar daarachter schuilt de ernst van een wijk waarin deze doelgroep in de verste verte niet dood gevonden zou willen worden, terwijl ze juist voor de zo gewenste levendigheid en de (sociale) diversiteit broodnodig is.
Het tenslotte zwakke verhaal van krakers die –mind you- al voor meer dan € 80.000 gemeenschapsgeld aan beveiligingskosten hebben gemaakt door zich te beroepen op een achterhaald links standpunt dat segregatie vooral in stand moet worden gehouden door een wijk in zijn sociale armoede en monotone bouwcultuur te laten verloederen, is echt niet meer wat deze samenleving nodig heeft. De wens om permanent eenzijdig sociale huur aan te bieden aan de laagste inkomens heeft de wijk juist tot aan de rand van de afgrond gebracht en tot een van de minst begeerlijke wijken van Nederland gemaakt. Een stigma waar de wijk niet snel meer vanaf komt.
Als het dan nodig is om het structurele gebrek aan diversiteit in de wijk aan te wakkeren door jonge hoogopgeleide mensen aan te moedigen er een huis te kopen, dan moeten we daar blij mee zijn en niet wederom vervallen in de denkfout dat daar tegelijkertijd die arme allochtoon niet mee geholpen zou zijn. Integendeel.