De affaire Armstrong houdt de wereld al weken intensief bezig. In de analyses en commentaren zien we diverse verschuivingen van allerlei deskundigen plaatsvinden. Eerst waren er de dopingexperts, toen allerlei juristen, vervolgens de marketeers gevolgd door de bestuursbobo’s en nu zijn er plots de psychologen en de psychiaters.
Een schrijnend dieptepunt in alle commentaren en analyses die ik fervent heb gevolgd, komt van psychiater Bram Bakker.
In het AD van 24/10/2012 vergaloppeert hij zich op gênante wijze over Lance Armstrong. Bakker stelt:
“Zelfmoord ligt zelfs op de loer. Armstrong moet nu gaan praten en alles eerlijk vertellen. Maar hij zit in een spagaat. Het alternatief is volhouden en zwijgen. Dat is enorm zwaar en de vraag is of hij dat kan. Statistisch gezien komt suïcide vaak voor bij mannen tussen de 40 en 60 jaar die alles in hun leven kwijtraken: geld, loopbaan, imago. Zij zien geen uitweg meer, zoeken een touw, leggen er een knop in en verhangen zich. Ook met Lance is het nu klaar.”
Dat de man ofwel door ijdelheid ofwel door beroepsdeformatie zich permitteert om zo in het wilde weg te speculeren over de zelfmoord, toont aan hoezeer deskundigen bereid zijn om op bestelling de wildste dingen in de media te roepen zonder enig voorbehoud. De valstrik hier zit in het feit dat de man in deze helemaal geen deskundige is, omdat hij eigenlijk geen flauw idee heeft met wie hij te maken heeft. Alleen al de complexiteit van de materie en de persoon Lance Armstrong vergen hier een pas op de plaats, in plaats van via algemene statistieken te komen tot persoonsgebonden oordelen. Een pijnlijke propedeusefout.
De belachelijke generalisatie houdt daarnaast ook geen enkele rekening met de betekenis van de werkelijke ontberingen die iemand moet doorstaan bij het overwinnen van kanker, laat staan wat erbij komt kijken wanneer het gaat over zeven maal als eerste eindigen in de Tour de France. Dan ben je wel een flinke uitdaging gewend en psychologisch zo ontzettend gehard, dat ik er van overtuigd ben dat hij ook deze tegenslag te boven komt. “Dat het met Lance nooit meer goed komt”, zoals Bakker meent, is hem al zo vaak verteld, dat dit er nu ook nog wel bij kan. Bovendien zou zelfmoord de ultieme bekentenis zijn en zo bezien een absurde paradox, maar daar heeft de psychiater waarschijnlijk geen rekening mee gehouden.
Bovendien heeft Armstrong nog wel degelijk een sterk sociaal netwerk, een gezin, is hij financieel onafhankelijk (en dat blijft zo zelfs met allerlei rechtszaken in het verschiet) en neemt de steun toe. Want hoezeer ook het criminele beeld wordt gecreëerd van een gevallen icoon, zijn er gelukkig ook verstandige commentaren te lezen van mensen met kennis van zaken die zich baseren op feiten.
Zoals dat van emeritus hoogleraar Harm Kuipers die terecht stelt dat we bovenal niet de werking van EPO moeten overschatten (zie NRC Handelsblad 22 oktober voor paginagroot verhaal). Bovendien moeten we beseffen dat testosteron, groeihormonen, insuline en corticosteroïden volstrekt niet prestatiebevorderend zijn. “Doping compenseert op geen enkele wijze het gebrek aan talent of het tekort aan trainingsarbeid.”
Ik denk dat in plaats van nog meer stoere taal, uitsluiting, speculatie, veroordeling en vervolging vooral de komende tijd de nuance op zijn plaats is. Gelukkig begint er meer steun te komen voor deze benadering. Niet om fouten niet serieus te nemen of te verdoezelen, maar om te midden van de stortvloed aan miljoenen oordelen de werkelijke complexiteit en dynamiek van deze omvangrijke casus recht te doen.
Armstrong: waarheid en subjectiviteit. Een analyse van een bekentenis.
Lees ook:
Nuance is hard nodig in zaak Armstrong
Armstrong en een kleine ethiek over het ene of het andere kwaad
Eenzaam pleidooi voor een beschadigd icoon
Zoals ieder mens die een oordeel moet geven worstelt met zijn subjectiviteit, worstelt Lance Armstrong vanuit de belofte om eerlijk te zijn met zijn geloofwaardigheid.
Dit werd in het eerste deel van het interview met Oprah Winfrey uitermate scherp geïllustreerd toen hij zei: ‘This is impossible for me to answer and have anybody believe it…’. Armstrong is aanbeland in een stadium waarin hij zijn werkelijke motieven, gevoelens en intenties, niet meer kan mededelen door een beroep te doen op ondersteunende woorden als ‘uit de grond van mijn hart’ of ‘dat is de absolute waarheid’. De krachtige taal die hij gebruikte bij de ontkenning (‘I know you find this hard to believe, but it is the absolute truth’), worden nu namelijk met eenzelfde kracht gebruik voor de bekentenis.
Daarmee is deze bekentenis een ode aan de persoonlijke opvatting, waarbij letterlijk de subjectiviteit de waarheid is. Onze innerlijke interpretatie is hier de waarheid, objectief onzeker, maar eveneens objectief onweerlegbaar.
Ik kies ervoor Armstrong te geloven in zijn bekentenis, evenals ik ervoor koos hem te geloven in zijn ontkenning. Met geloven in de bekenning, bedoel ik nu niet de relatie van het bekennen in verhouding tot de feiten, maar heb ik het over de intentie van het bekennen. Velen zijn geïnteresseerd in de oprechtheid van de biecht. Maar er zijn geen objectieve maatstaven om ‘oprechtheid’ te meten. Het is een kwestie van overgave, waarbij we onze eigen mechanismen en motieven hebben die leiden tot een (gedeeltelijk) positieve of negatieve instemming. Daarbij wel in acht genomen dat we ons bij die instemming immer voorstellen wat het betekent om Armstrong te zijn.
Armstrong kan niets doen om ‘oprechter’ of ‘echter’ over te komen. Zeker, met betrekking tot verschillende feiten (hij ontkent bijvoorbeeld stellig na 2005 nog doping te hebben gebruikt, terwijl USADA dat bestrijdt), kun je blijven twisten. Maar waar het gaat over intentionaliteit, moet je kiezen. Een traan kan worden opgevat als hypocriet, maar tegelijkertijd als ontwapenend. Een excuus kan worden gezien als hardvochtig of louter in het eigen belang, maar tegelijkertijd als een nederige buiging naar mensen die hij teleurgesteld heeft. De manier hoe wij Armstrongs woorden horen, zegt dus vooral erg veel over onszelf. Over ons mensbeeld. Over ons idee van goed en kwaad, over keuze en verantwoordelijkheid.
Het ligt voor de hand om bijvoorbeeld te kiezen voor de idee dat de bekentenis hier een sterk utilitaristisch karakter heeft. Bekennen levert meer op dan zwijgen, en dus is het rationeel om te bekennen. Dat is niet een bekentenis vanuit het hart. Dus waarom juist nu? Waarom niet veel eerder? Ik denk echter dat we moeten begrijpen dat een definitieve kanttekening in de geschiedboeken, niet zo eenvoudig gemaakt wordt als menigeen denkt. Daarbij is het een persoonlijke beweging van een ongekend complex niveau. Het is de mens die balanceert tussen de status van gevallen legende en tragische held. Het is de mens die schippert tussen het zeggen van de waarheid en de mogelijke juridische consequenties. Het is de mens die geloofde in de wereld waarin hij loog en daarmee het toneelspel als werkelijkheid is gaan zien.
Maar het is bovenal ook een intermenselijk drama waarbij velen voor hun leven zijn getekend doordat ze de strijd op het verkeerde moment met de verkeerde persoon aangingen. Daarom alleen al is de bekentenis goed. Want al is het niet de hele waarheid of een volle bekentenis, eenieder die persoonlijk is geraakt door Armstrong en zijn leugen, komt toch geheel uit de schaduw en in het licht van de waarheid. Ex umbris et imaginibus in veritatem.
Het zijn tenslotte de woorden die ik zo zal citeren, waardoor ik niet teleurgesteld ben over het eerste deel van het verhaal, in tegenstelling tot vele anderen. De zeeën aan commentaar, de meningen, discussies en analyses wereldwijd, zijn ondanks een wat negatieve tendens een ode aan de subjectiviteit.
Ook ik draag een druppel naar de zee, maar ben niet zout. Ik kan van iemand in deze positie niet meer verlangen, dan dat hij weet dat hij de rest van zijn leven moet knokken om zelf ook maar enigszins terug te mogen keren in het licht van de waarheid. En oordeel vooral zelf, maar niet te snel. Dit is pas een eerste, kleine en moeizame stap van iemand die de sport heeft geleefd en gedragen. Een sport die tot op de dag van vandaag nog steeds bezig is grip te krijgen op het verleden; een duister verleden dat nog heel wat stappen verder teruggaat dan de episode Armstrong.
_______________
Dossier Armstrong:
Armstrong en een kleine ethiek over het ene of het andere kwaad
Nuance is hard nodig in zaak Armstrong
Eenzaam pleidooi voor een beschadigd icoon