Lezers! Ik ben er helemaal beduusd van, maar iets wonderlijks is mij overkomen. Vannacht had ik in een droom een visioen wat eeuwen leek te duren. Ik bevond mij in een oneindig lege ruimte en ik hoorde achter mij een stem, luid en schel als een sirene. En ik hoorde:

 Ω Ik ben het!

–             Wie bent u?

 Ω Jij, nietig schepsel, mag mij Rita Geers noemen, maar ik ga onder vele namen!

–             O grote Rita! U bent de openbaring. Ik vrees, sidder en beef over wat u te zeggen heeft!

 Ω Ik open jouw ogen voor het absurde, ik zal je zeggen hoe de wereld van DE AFBEELDING in elkaar steekt, want zowaar ben ik Rita Geers en Ω! En ik zeg je: Er waart een spook over het internet. Het spook van de dolle fotomaker. Alle machten van het oude Europa hebben zich met een heilige zegetocht aan dit spook verbonden, de paus en de koning, Anneke Moerenhout, het ANP, Mariët Sieffers, radicalen en Duitse politiemannen.

Ik was verbijsterd over wat ik hoorde en trilde op mijn benen. Ik kon er geen touw aan vast knopen maar begreep in alle duisternis dat hier iets groots aan de hand moest zijn. De openbaringen zo voelde ik aan zonder dat ik het verklaren kon, zouden gaan over fotografie en auteursrecht. En de Stem die zich Rita Geers noemde vervolgde:

 Ω Goede intenties, de afwezigheid van kwade opzet, naïviteit, een volkomen afwezigheid van enig zinvol motief, het evidente gebrek aan commerciële belangen, niets van dat alles zeg ik jou is van waarde!

–             U bedoelt dat wie een afbeelding gebruikt die hij zelf niet gemaakt heeft nergens op kan terugvallen? Niet op vriendelijkheid, mededogen?

 Ω Achterlijke dwaas! Hoor dan! Het zijn DIEVEN, het zijn schooiers, het zijn SCHANDELIJKE broodrovers. Ze zijn de PEST van het internet en moeten met wortel en tak worden uitgeroeid.

–             U gelooft niet in het goede en het naïeve? Heb toch medelijden met al die kleine brave mensjes die u wilt vertrappen omdat ze iets gedaan hebben zonder dat ze wisten dat het fout was. Ze weten niet wat ze doen! Geef ze een waarschuwing en wees genadig! Wees genadig alstublieft!

Ω Οι άνθρωποι κακοί. Genade is voor zwakkelingen, maar ik zeg je: DIEFSTAL is DIEFSTAL of het nu bewust is of niet! En zelfs kleine kinderen weten dat je niet mag stelen!

–             Die arme kleine kinderen! Wees dan genadig voor hen! Alstublieft! Want ook kleine kinderen maken toch wel eens fouten zonder dat ze daarvoor kapot moeten worden gemaakt!

 Ω Wil je niet luisteren ongelukkige, of ben je te DOM om mij te volgen? Er bestaat niet zoiets als goede trouw! En al zou het bestaan dan is het om de donkerste donkere redenen niet relevant! Een foto van een ander gebruiken, of nu een peuter of een aap het beter had kunnen doen, of het om een banaal alledaags feit gaat wat is vastgelegd, doet niet ter zake: het is een ABSOLUTE misdaad en wie dat doet is een misdadiger! Misdadigers moeten hangen!

–             Maar grote grootheid, hoe verhoudt zich het oude en het nieuwe? De wereld verandert toch?

 Ω Ik zeg je: er bestaat geen oud en nieuw, er bestaat geen verleden en toekomst. Μη πίστευε χρόνω. Alles wat ik zeg is absoluut. Wat in 1241 of in 1913 is bedacht heeft onder iedere omstandigheid zijn geldigheid, ondanks dat de wereld volkomen uit de pas loopt en vrijwel niets meer lijkt aan te sluiten bij wat er toen allemaal is bedacht en opgeschreven. Maar dat is de SCHULD van de wereld! Andermans werk is heilig, HEILIG, heilig! Hoor je!

Ik begreep dat ik moest meegaan in haar beweging. Ik begreep dat ik meegezogen moest worden met de onbegrijpelijke diepten en de volkomen afwezigheid van een open dialoog. Ik bestond hier bij de gratie van haar grootheid en kende mijn plek.

–             Ik buig voor u – geen misverstand! Andermans werk is heilig en is van waarde! Ik stel me zo voor dat een willekeurige banale afbeelding, naïef en betekenisloos zonder enig commercieel belang dan toch zeker indien per abuis gebruikt minstens € 3 zou moeten opleveren voor de maker.

 Ω Hoe meer woorden jij spreekt hoe groter de onzin is die je uitkraamt ongelukkige QUASI INTELLECTUEEL! Ik zeg je dat zo’n foto het dubbele, het driedubbele, nee het tienvoudige, nee het honderdvoudige waard is! Hoor je me, het honderdvoudige! Misbruikers moeten worden kapotgemaakt en het banale moet worden beloond!

–             Ik versta het grote geweldenaar! Uw schitterende vaststelling maakt dat alle foto’s die gemaakt zijn in een jaar een totale waarde vertegenwoordigen van 300 biljoen, veel meer dan de hele wereldeconomie bij elkaar! Hulde, hulde!

 Ω 300 biljoen? Ik zeg 300 triljoen triljard TRILJARD! De wereldeconomie is een dom lachertje vergeleken met de waarde van alle fotografen bij elkaar, die overstijgen alles en de grootheid die zij met zich meedragen tart iedere realiteitszin. Het zijn scheppers, het zijn makers, het zijn goden die in de verdrukking in het dagelijkse leven slechts een paar centen krijgen uitbetaald voor hun werk, maar zegeliederen zullen voor hen in de hemel klinken!

Merkte ik daar een kleine verandering in de Stem? Hoorde ik daar een snik? Maar de Stem ging toch monter voort:

 Ω En wij zijn zo groots dat alles wat wij doen gehoord en gezien wordt door de wereldse rechters! En vergis je niet kleingelovige, een rechter is niet iemand waarvan de domme mensen geloven dat hij zelfstandig nadenkt, nee dat zelfstandige nadenken is geofferd omwille van de iurisprudentia. OMWILLE VAN ONS! En anders is er nog de Heilige Stichting Fotoanoniem. Buig voor de woorden: ik heb een gouden meetstok en wij van Fotoanoniem adviseren de tarieven van Fotoanoniem! Hoor, hoor! Als iemand iets toevoegt aan deze woorden zal hij worden gestraft! En zal hij met plagen worden overladen!

–             Ik begrijp het en ik zal zwijgen als het graf.

 Ω Dat is je geraden, want in het graf daar horen MISDADIGERS die het in hun hoofd halen om zonder kwade bedoelingen triljarden aan schade te berokkenen. Schade die niet eens gedefinieerd hoeft te worden omdat het zo evident is dat iemand ongelofelijk lijdt die zo creatief is! Hij sterft van ellende omdat een ander een foto van zijn grassprieten heeft geplaatst bij een artikel over grassprieten. En als jij denkt meer te zijn dan je bent, namelijk helemaal niets, dan zal ik je van repliek dienen en zal je worden vernietigd, zoals misdadigers vernietigd behoren te worden. Alles pak ik je af, alles hoor je! Jij domme negatieveling, ik ben het meest positieve wat je de rest van je leven bent tegengekomen! Θνητών όλβιος εις το τέλος ουδείς!

(…)

Ik ben nog aan het bekomen van dit absurde gesprek. De Stem leek nog een eeuwigheid door te gaan en het ging steeds meer over in hysterisch, doldwaas, onnavolgbaar geraaskal waarbij met een verzameling aan herhalingen de subjectiviteit op een absolute manier werd verkracht. Maar ik begreep onmiddellijk ook dat wat ik geraaskal noem hier van een hogere orde is die niet voor redelijke stervelingen is te volgen. Sterker nog, langzamerhand dringt het tot me door dat ik gezegend ben geweest hier het Verrukte Irrationele Zelf aan het woord te horen. Wie is dat in het leven gegund waarin alles zo eenvoudig lijkt en de vriendelijkheid zegeviert! Dankbaar, dankbaar ben ik dat mij dit is gezegd en ik hoop dat iedereen er zijn voordeel mee kan doen met wat Ω Rita ons te zeggen heeft.

Deel, deel, deel, zo zou de Stem het gewild hebben!