De islamitische groep Boko Haram beheerst al enige tijd het wereldnieuws met de ontvoering van 276 christelijke meisjes. Gisteren verscheen een video waarin we de meisjes in islamitische gewaden Arabische gebeden zien prevelen. Volgens ene Abubakar Shekau zouden alle christelijke meisjes zich bekeerd hebben tot de islam, waaraan hij nog toevoegde:
“Meisjes die zich niet bekeren, zullen we behandelen zoals de profeet dat doet, namelijk als ongelovigen die het niet verdienen om te worden vrijgelaten.”
Oftewel, we ontvoeren je, dreigen je te verkopen als seksslaaf op de markt, ontnemen je alle vrijheid – en dat onder dreiging van wapens. En warempel, een paar weken later zijn honderden meisjes bekeert tot een vorm van de islam.
Dan is het de vraag wat ons meer ergert: de onzin die zo iemand uitkraamt in volle overtuiging, of het feit dat dit 400 jaar na verlost te zijn van de middeleeuwen überhaupt nog voorkomt. Want gek genoeg werden soortgelijke argumenten geregeld in de middeleeuwen gebruikt om ketters te dwingen zich te bekeren tot het christendom. Dat dit zinloos is geweest en tot niets heeft geleid, is misschien wel het best gedocumenteerde verhaal van die tijd.
Iemand die een zeer belangrijk fundament heeft gelegd voor religieuze tolerantie is John Locke (1632 – 1704) met zijn in 1689 anoniem gepubliceerde Letters Concerning Toleration (Een brief over tolerantie, 2004, Damon). Hoewel voor Locke al door diverse filosofen aangetoond was dat geloven zich niet met dwang laat verenigen, liet Locke zien dat gewetensvrijheid ook godsdienstvrijheid veronderstelt. Zijn brief was een voorbode voor de moderne scheiding van kerk en staat, maar past in de kern in iedere hedendaagse discussie over vrijheid en geloof.
Locke in gesprek met de voorman van Boko Haram
Als we Locke nu denkbeeldig in gesprek laten gaan met Abubakar Shekau, dan spreekt Locke als volgt:
John Locke: ‘Mij wordt nergens duidelijk dat God aan mensen een autoriteit heeft toegekend waarmee ze hun medemensen kunnen dwingen om tot een vreemde religie over te gaan. Ieder mens is zelf verantwoordelijk voor zijn zielenheil. Het is volstrekt nutteloos om een geloofsovertuiging af te dwingen. Dwang brengt namelijk hypocrisie voort, geen geloof. Faith is no faith without sincere believing.’
‘Het heeft niet zoveel zin om een vrouw onder dreiging van een geweer te laten uitschreeuwen dat ze van u houdt (zelfs niet als ze dit in het Arabisch doet), terwijl ze toen dat geweer afwezig was u keer op keer vriendelijk heeft afgewezen. Het verbaast me dan nog meer dat u er vervolgens toch verheugd over bent dat ze heeft geroepen dat ze van u houdt. Het vereist toch zeer minimale intelligentie om in te zien dat men zichzelf dan op een clowneske manier voor de gek houdt!’
‘Denkt u verder niet dat een God er sowieso doorheen prikt als iemand zegt oprecht te geloven terwijl dat enkel beleden wordt om zo lichamelijke en geestelijke straffen te ontlopen? Lichamelijke en geestelijke straffen die u ze zojuist in het vooruitzicht heeft gesteld?’
‘Nee, wanneer iemand zich wil overgeven aan een bepaald dogma of een bepaalde eredienst, dan moet hij in het diepst van zijn ziel geloven dat dit dogma waar is en dat deze eredienst voor God aanvaard wordt als oprecht. Geen straf ter wereld kan de ziel ook maar in het minst van zo’n overtuiging doordrenken. Om een gezindheid van de ziel te veranderen is een licht nodig dat door geen enkele wereldse bedreiging bewerkstelligd kan worden!’
‘En daarbij: als het u niet om macht op aarde zou gaan -waar ik overigens niet van overtuigd ben-, waarom toont u dan geen enkel vertrouwen in de toorn of wijsheid van uw God? Als ik uw religie goed begrijp, dan straft uw God de ongelovigen uiteindelijk toch wel – dus vanwaar die drukte tegen ongevaarlijke meisjes?’
Abubakar Shekau: ‘Naïeve man! Zie je dit geweer? Ik eis dat je bekent dat bovenstaande argumenten van de duivel komen en het duivelse onderwijs dat je hebt genoten! En ik eis daarbij ook dat je dat oprecht meent. Anders schiet ik je overhoop, want ik geloof niet dat we als slaaf heel veel aan jou hebben.’
Locke: (…)
Iemand dwingen oprecht te zijn/ jezelf bewegen oprecht te zijn
John Locke doet er maar beter het zwijgen toe, maar gelukkig buigen ook hedendaagse filosofen zich nog steeds over het probleem hoe er een relatie kan zijn tussen dwang en oprechtheid. Misschien zit daar nog wat overredingskracht. In 1983 ontwikkelde Gregory S. Kavka een gedachte-experiment wat bekent staat als ‘The Toxin Puzzle’ (Analysis, 43 (1): 33–36). Het gaat ongeveer als volgt:
Een wat gekke miljardair geeft je een flesje met vergif. Wanneer je het drinkt, wordt je voor een dag erg ziek, maar het heeft geen blijvende gevolgen. De miljardair betaalt je een miljoen euro morgenochtend als je deze nacht van plan bent om het gif morgenmiddag te drinken.
Hij benadrukt dat je het gif niet hoeft te drinken om het geld te ontvangen; in feite zal het geld al op je bankrekening staan voor het tijdstip dat het op drinken aankomt, als het je lukt het gif te willen drinken. Het enige wat je hoeft te doen is van plan te zijn om middernacht het spul morgenmiddag te drinken. Je bent dus volkomen vrij om je gedachten te veranderen na het ontvangen van het geld en het gif te laten staan.
Dit lijkt op de puzzel die de arme meisjes in Nigeria voor zich zien. Kun je van plan zijn om het gif te drinken als je ook van plan bent om je geestesgesteldheid op een later tijdstip te wijzigen? Kun je van plan zijn om je te bekeren tot de islam, wanneer je weet dat zodra de dreiging weg is je weer overgaat tot het christendom of iets anders? Stel dat iemand van Boko zou zeggen: ‘als je vandaag van plan bent om je morgenavond te bekeren, dan laten we je morgen vroeg gaan.’ Zou dat dan werken?
Kavka stelt dat het onmogelijk is iets van plan te zijn wat men uiteindelijk niet zal doen. Een rationeel persoon zou immers weten dat het drinken van het gif niet in zijn voordeel is, dus hij weet al dat hij het daarom niet zal doen; hoe is het dan mogelijk het op dat moment te willen (voor het geld) en tegelijkertijd weten dat je het toch niet gaat doen (want het geld is er dan al)?
Het lijkt dus pech voor de meiden, dat ze in een dergelijke paradox belanden. Bovendien, en dat is een verschil: Boko verwacht dat je nooit je gedachten zult veranderen, en de bekering niet alleen uitspreekt, maar ook in vrijheid volhoud. Ze hebben immers voorgesteld je vrijheid terug te geven, zodra je oprecht bent in je bekering.
In Assure and Threaten (Ethics, Vol. 104, No. 4 (Jul., 1994), pp. 690-721) bespreekt de Canadese filosoof David Gauthier intensief de problematiek zoals hier opgeworpen, waarbij hij probeert Kavka’s puzzel te kraken (voor zover ik het begrijp) door te stellen dat je in plaats van één, twee intenties moet ontwikkelen: de eerste intentie die verwijst naar in ons geval het bekeren tot de islam, en de tweede intentie om niet op een later tijdstip je gedachten te veranderen. Dat zou op het moment zelf moeten werken.
Natuurlijk is oprechtheid niet goed te meten (en dat maakt de hele praktische zaak natuurlijk ridicuul), maar laten we aannemen dat dit mogelijk is, dan zouden volgens Gauthier als de meiden op deze manier beantwoorden aan het bekeringsprobleem de Boko’s moeten zien dat er sprake is van oprechtheid.
Maar stel dat de Boko’s niet voor één gat te vangen zijn en toevallig Gauthier hebben bestudeerd, en ze doorhebben wat er gebeurt: ‘wat jullie namelijk werkelijk gaan doen’, zo zeggen ze tegen de meisjes, ‘is van gedachten veranderen over je tweede intentie. De eerste intentie namelijk, dat je van plan bent om bekeerd te blijven tot de islam, die wordt gevolgd door de intentie daarover je gedachten niet te veranderen, wordt namelijk gevolgd door de opvatting dat je op een later tijdstip je gedachte kunt veranderen over je tweede intentie.’
‘Wat wij dus van je verlangen is een derde intentie: namelijk de intentie dat je niet je gedachten verandert over je tweede intentie en daarmee oprecht tot de islam bekeert blijft, anders komen we je weer halen. Dat laatste kun je als verstandig meisje nooit willen, dus het is in je eigen belang dat je je houdt aan je bekering.’
Dat laatste is een uiteindelijke oplossing die Gauthier ook lijkt aan te reiken, maar de goede verstaander zal ontdekken dat dit uiteindelijk een oneindig aantal intenties zou vergen. Met andere woorden: er is geen enkele mogelijkheid oprecht te geloven of te willen, wat je op enig later moment zonder dreiging of beloning nooit kunt willen. Er zit voor de meisjes dus niets anders op dan zich daadwerkelijk te bekeren, maar zoals we juist hebben gezien bij Locke is dat onder dwang schier onmogelijk – en komen ze bij hun vrijlating hoe dan ook in de verleiding de bekering op te heffen.
Want veronderstel tenslotte dat iemand een geweer tegen je hoofd houdt en zegt: ‘geloof dat de aarde plat is, anders verhandel ik je als slaaf!’, dan kunnen we dat wel voorwenden, maar we zouden dat toch niet werkelijk kunnen geloven, zelfs als ons leven ervan af zou hangen? Misschien kunnen we het ons niet voorstellen, omdat de concrete dreiging ontbreekt, maar als gedachte-experiment is er geen werkelijkheid waarin ik mij kan voorstellen dat ik onder dreiging zou kunnen geloven dat de aarde daadwerkelijk plat is. We lijken niet het vermogen te bezitten om met opzet iets te geloven, als dat van ons geëist wordt en we op goede gronden van het tegendeel overtuigd zijn.
Dat de hele bekeringsactie van Boko Haram en alle dwaasheid eromheen dus vooral is gebaseerd op idiote opvattingen is wellicht voor eenieder met gezond verstand allang duidelijk, maar de filosofie wrijft het ze ook nog eens goed in. Daar hebben de meiden helaas niet zoveel aan – voor hun lot kunnen we slechts gedreven door oprechtheid hopen of bidden dat het ze goed mag gaan.